LEISHMANIA
De veroorzaker
De veroorzaker van genoemde ziekte is Leishmania Infantum, een eencellige parasiet die overgebracht wordt door een zandvlieg. In Spanje is Leishmania volksziekte nummer 1 onder de hondenpopulatie. U kunt de ziekte een beetje vergelijken met malaria. De zandvlieg is een klein harig mugje (2 – 3 mm) dat onhoorbaar rondvliegt. Ze voeden zich met de nectar van bloemen.
Echter de volwassen vrouwtjes hebben bloed nodig om de eitjes te kunnen produceren. Het zijn dus ook alleen de vrouwelijke exemplaren die de ziekte kunnen overbrengen.
De zandvlieg leeft bij voorkeur in een landelijk gebied op een hoogte van 100 m tot 800 m en wordt actief als de avond valt. Hij leeft dus niet bij voorkeur in het zand aan het strand. Honden die ’s avonds een ook ’s nachts binnen gehouden worden, lopen daardoor minder risico om de ziekte te krijgen. Het seizoen waarin de zandvlieg opereert, begint tweede helft april tot eind oktober (afhankelijk van de temperatuur) met een kleine piek in juni en een grote piek in september.
Hoe verloopt een besmetting?
Wanneer een besmette zandvlieg een hond steekt, kan de parasiet in de huid van de hond terechtkomen. Daar nestelt zich de Leishmaniaparasiet voor onbepaalde tijd. Na drie maanden, maar het kan ook wel drie jaar duren, begint de parasiet aan zijn opmars. Via bloed en lymfe verspreidt de parasiet zich naar de lymfeklieren, huid, lever, milt, nieren en beenmerg. Ondertussen vermenigvuldigt hij zich ook nog zodat het aanvalsleger steeds groter wordt. De gastheer (de gebeten hond) begint heel geleidelijk symptomen te vertonen.
De symptomen
- Huidveranderingen: kale schilferige huid en asbestachtige plekken of zweren. Vooral de kop, snuit en oren zijn voorkeursplaatsen.
- Vermagering: de eetlust neemt af en de hond is minder actief.
- De lymfklieren zijn soms vergroot (evenals milt en lever).
- Doorgegroeide nagels en/of onregelmatige voetkussentjes.
- Diarree, pijnlijke gewrichten, bloedneuzen en oogbol- en ooglidontstekingen horen tot de minder voorkomende verschijnselen.
Op den duur kunnen de organen beschadigd raken. De hond overlijdt tenslotte aan een niervergiftiging.
Diagnose
Alle bovengenoemde verschijnselen kunnen ook voorkomen bij honden die vrij zijn van Leishmaniasis. Door een bloedonderzoek is vast te stellen of de hond besmet is. Bij positieve honden is het van belang vast te stellen of lever en nieren aangetast zijn. Dit is belangrijk met het oog op de behandeling en de vooruitzichten.
Behandeling
Wanneer de organen nog niet beschadigd zijn, is behandeling zeer goed mogelijk. Dit gebeurt met Glucantime injecties en Alopurinol tabletten (Zyloric). Er is tegenwoordig een nieuw preparaat, Milteforan, dat de Glucantime injecties kan vervangen en dat ook gebruikt kan worden als de nieren niet helemaal goed meer functioneren. De Alopurinol tabletten, die overigens ook gebruikt worden bij mensen met jicht, moeten minstens een half jaar gegeven worden. Aan de hand van nieuw bloedonderzoek wordt dan besloten hoe de behandeling vervolgd moet worden.
Preventie
De ziekte is (nog) niet met een vaccinatie te voorkomen. De preventie bestaat uit het bestrijden van de zandvlieg. Middelen die tegen de zandvlieg werken zijn : Scalibor halsband, Advantix en Expotdruppels. Deze middelen werken ook tegen vlooien en teken. Voorts is het nuttig de hond ’s avonds en ’s nachts binnen te houden. Behalve honden kunnen ook andere diersoorten, zoals katten, en kleine kinderen Leismania (Infantum) krijgen. Het is echter een grote uitzondering. Besmetting kan uitsluitend via een besmette zandvlieg plaats vinden.
Door Peter de Lint,
Dierenarts
je kan dit ook downloaden leishmania